Als het gaat om hechting, beschouw ik mezelf als een ervaringsdeskundige. Door mijn opleidingen en mijn ervaring als therapeut heb ik op verschillende gebieden erkenning van mezelf gevonden. Dit is geen kwestie van schuld naar mijn ouders; het is belangrijk om te kijken naar hun trauma’s en te erkennen dat zij ook hun best hebben gedaan als ouders.
Ik heb al veel aan zelfontwikkeling gedaan om deze emoties te doorvoelen en ben me bewust van mijn triggers. Hierdoor kan ik nu anderen hier heel goed mee helpen. Misschien herken jij jezelf hierin, en hopelijk helpt dit artikel je een stap verder.
Een vermijdende hechtingsstijl ontstaat vaak wanneer je als kind emotioneel niet werd gezien of gesteund door je ouder(s), met name de verzorger waarbij je als kind veiligheid bij zou moeten voelen — vaak je moeder.
Typische kenmerken van een vermijdende hechtingsstijl:
-
Je voelt je ongemakkelijk met emotionele nabijheid.
-
Je hebt het gevoel dat je alles zelf moet doen.
-
Je vermijdt het tonen van kwetsbaarheid of behoefte aan anderen.
-
In relaties voel je je snel verstikt of bang om je onafhankelijkheid te verliezen.
-
Je hebt moeite om hulp te vragen of emotionele steun te ontvangen.
-
Je trekt je terug als iemand te dichtbij komt.
Je beschrijft het moment dat je als kind iets van je moeder wilde — en het niet kreeg. De afwijzing was te pijnlijk en je bewuste of onbewuste beslissing was:
“Dan doe ik het zelf wel.”
Dat is eigenlijk de kern van vermijdende hechting: een innerlijk besluit dat je beter geen afhankelijkheid kunt tonen, omdat het risico op pijn te groot is.
🧠 Wat is impliciet geheugen?
Impliciet geheugen is onbewust opgeslagen geheugen. Het is geheugen waar je geen directe toegang toe hebt, maar dat wél je gedrag, emoties en reacties stuurt.
Voorbeelden:
-
Een geur die je ineens ongemakkelijk maakt, zonder dat je weet waarom.
-
Je trekt je terug als iemand je wil troosten — je denkt dat je gewoon “niet van knuffels houdt”, maar het is eigenlijk een onbewuste afweer.
-
Je ervaart bindingsangst, maar kunt niet benoemen waar die vandaan komt.
In jouw geval:
De afwijzing van je moeder is opgeslagen in je impliciet geheugen als een ervaring die zegt: “Als ik iets nodig heb, doet dat pijn — dus wil ik niks meer nodig hebben.”
Dat geheugen zit niet als een verhaal in je hoofd, maar als een gevoelspatroon in je lichaam, zenuwstelsel en emotionele reacties. Het wordt telkens opnieuw geactiveerd in hechte relaties, zonder dat je precies weet waarom je je zo voelt.
Hoe dit in volwassen relaties terugkomt:
-
Je voelt afstand veiliger dan nabijheid.
-
Je saboteert relaties als het te serieus wordt (“Ik voel het gewoon niet meer”).
-
Je denkt dat je ‘gewoon onafhankelijk’ bent, terwijl je eigenlijk bescherming zoekt tegen afwijzing.
Hoe kun je hier iets mee doen?
-
Bewustwording – Zoals je nu al doet: herkennen dat dit patroon niet ‘je aard’ is, maar een adaptatie uit je jeugd.
-
Zelfcompassie ontwikkelen – Je leerde te overleven door jezelf te beschermen. Dat verdient geen oordeel, maar begrip.
-
Leren reguleren – Je zenuwstelsel leren dat nabijheid veilig kan zijn. Dit kan met therapie (bijvoorbeeld lichaamsgerichte of hechtingsgerichte therapie), maar ook via veilige relaties.
-
Nieuwe ervaringen opdoen – Door langzaam te oefenen met kwetsbaarheid en hulp vragen, kan je brein nieuwe verbindingen maken.